Book
Het verhaal van een kleine held in de Grote Oorlog die ervan droomde kunstenaar te worden.Vlak voor zijn dood in de jaren tachtig van de vorige eeuw gaf de grootvader van Stefan Hertmans zijn kleinzoon een paar volgeschreven oude cahiers. Jarenlang durfde Hertmans de schriften niet te openen tot hij het wél deed en onvermoede geheimen vond. Het leven van zijn grootvader bleek getekend door zijn armoedige kinderjaren in het Gent van voor 1900, door gruwelijke ervaringen als frontsoldaat in de Eerste Wereldoorlog en door een jonggestorven grote liefde. In zijn verdere leven zette hij zijn verdriet om in stille schilderkunst. Stefan Hertmans jarenlange fascinatie voor zijn grootvaders leven bracht hem uiteindelijk tot het schrijven van deze aangrijpende roman. «
Boeklezers.nl is a network for social reading. We help readers discover new books and authors, and bring readers in contact with each other and with writers. Read more ».
Ik las Hertmans nog niet eerder. Nu dus, als introductie tot het werk van deze auteur, Oorlog en Terpentijn in één zucht uitgelezen. Niet te snel gelezen, want de stijl van Hermans vertraagt de ogen. Dat deed het voor mij. Zijn zinnen en omschrijvingen zijn dusdanig gekleurd en soms – niet storend – lang, ze vragen om een aandachtig trager leestempo.
Hertmans is erudiet, overduidelijk geen leek binnen de wereld van de schilderkunst. Hij strooit, zuinig, maar niet krenterig, met termen die een complete leek zou moeten opzoeken in een wikipedia of papieren encyclopedie. Zowel Hermans als zijn grootvader omschrijven de kunst van de fresco, waar de vader van Hertmans grootvader zijn kost mee verdiende. Hoe men zelf verf maakte, welke materialen er werden gebruikt. Hoe schaars en bijkans onbereikbaar materialen waren voor de in armoede opgroeiende grootvader Urbain Martien. Urbain werd later na de eerste wereldoorlog, hij bleef zich bekwamen, een uitstekend kopiist.
Naast de kunst (ook muziek), die welhaast als noodzakelijke troost aanwezig was in het leven van Urbain, neemt zijn leven in WOI, een groot deel van het boek in. De gruwelen van de loopgraven, de honger, de ratten, de recuperaties in Engeland (zo kwam grootvader Urbain dan toch over de landsgrenzen), het verlies van zijn kameraden. Het komt op je af, maar het is niet tot kotsen toe. Dat kan ook aan mij liggen, of het is toch te danken aan de bijna afstandelijke (kan het anders?) manier waarop Urbain zijn cahiers vol pende en Hertmans deze in de roman verwerkte.
Ook de liefde, die Urbain recht in het gezicht sloeg, neemt een mooie (misschien de verkeerde omschrijving) schrijnende plaats in. Hoe grootvader Urbain de zus van zijn overleden lief huwde en met haar kinderen kreeg, en kleinkinderen. En tot aan het einde van zijn leven bleef rouwen.
Meer zeg ik daar hier niet over. Dat moet je zelf maar gaan lezen.
En, zou het bijna ´vergeten´, Hertmans schetst een goed tijdsbeeld van het gezin waarin zijn grootvader opgroeide, hoe hij van zijn ziekelijke schilderende vader en fiere sterke moeder hield (die vroegtijdig weduwe werd), hoe het was om in een armoedige wijk op te groeien en vroeg te moeten gaan arbeiden. Hertmans bezoekt de plaatsen waar zijn grootvader opgroeide, en plekken die voor Urbain, want opgetekend, veelzeggend zijn geweest. De auteur betreurt het vergaan van tijd en mensen (nodige introspectie, ook fraai). Enfin, ik zeg het nog een keer, lees Oorlog en Terpentijn. Het zal je plezieren.