De dierentuin lijkt Saar leuk. Met giraffes zó hoog en olifanten zó groot. En een lekker ijsje! Ja, de dierentuin lijkt Saar wel wat. Maar een pretpark lijkt Sa... » 

De dierentuin lijkt Saar leuk. Met giraffes zó hoog en olifanten zó groot. En een lekker ijsje! Ja, de dierentuin lijkt Saar wel wat. Maar een pretpark lijkt Saar ook leuk. Met zweefmolens zó hoog en achtbanen zó groot. En een lekkere suikerspin! Ja, het pretpark lijkt Saar ook wel wat. Ze gaat gauw naar mama en vertelt wat ze bedacht heeft. “Dierentuin en pretpark zijn allebei leuk Saar. Jij bent de jarige. Kies maar welke het wordt, dan gaan we er morgen naartoe!” ’s Avonds ligt Saar in haar bed. Morgen is al de grote dag! Maar wat moet ze nou kiezen? De dierentuin, het pretpark, het pretpark, de dierentuin… Ze vindt allebei de uitjes even leuk. Maar als ze naar de dierentuin gaat, kan ze niet naar het pretpark en als ze naar het pretpark gaat, kan ze niet naar de dierentuin. Kon ze maar naar allebei tegelijk! Saars ogen vallen dicht... «