Book
Geen slechtere adressant voor de schrijversbrief dan de ambtenaar, de huisbaas of de proleterige bovenbuurman. Alle stilistische artillerie wordt in stelling gebracht, maar de geadresseerde is zelden bij machte om dat te kunnen waarderen.
In dit nummer leest u de brieven van Charlotte Mutsaers aan een fotograaf, Geerten Meijsing aan zijn Siciliaanse huisbaas, Jamal Ouariachi aan zijn bovenbuurman, Frits Abrahams aan de voorzitter van V.V. Heerenveen, Christiaan Weijts aan het Openbaar Ministerie, Ester Naomi Perquin aan een vakbond en de mysterieuze F. Rolfe aan de consul van Engeland. Detlev van Heest, maakt zich zorgen over het vergassingsbeleid in Tokyo: 'Volgens onze Japanse buren beoogt dit jaarlijkse gassen de uitroeiing van geleedpotigen door middel van scheikundige middelen, zoals pesticiden. Kunt U ons precies uitleggen welke pesticiden U voor het gassen gebruikt alsmede in welke sterkte?'
Verder schrijft Menno Hartman in dit nummer over zijn innerlijke avonturier,
schrijft Jabik Veenbaas over Sade, recenseert Carel Peeters Post Mortem van Peter Terrin en verklaart Jeroen van Kan de fi ctiemoeheid die bij sommige essayisten opduikt.
Daarnaast: brieven van Belle van Zuylen, een essay van Mieke Tillema over Van
Ostaijen, verhalen van Amber Kreeft en Marc Colsen en poëzie van Peter Drehmanns, Rilke, Eva Gerlach en Aad Nuis.
Tot slot: Tirade gaat door, maar de redactie vertrekt. 'Hoe lang behoudt een redactie zijn jongehonderigheid?' vraagt Perquin zich af. Lang, maar niet lang genoeg. Lang leve de
nieuwe redactie. Lang leve Tirade. «
Boeklezers.nl is a network for social reading. We help readers discover new books and authors, and bring readers in contact with each other and with writers. Read more ».
There are no reviews for this book yet.