Wijziging van belastingwetgeving staat in meer of mindere mate op gespannen voet met het rechtszekerheidsbeginsel. Zeker ingeval aan een wijziging formeel terug... » 

Wijziging van belastingwetgeving staat in meer of mindere mate op gespannen voet met het rechtszekerheidsbeginsel. Zeker ingeval aan een wijziging formeel terugwerkende kracht wordt verleend, maar ook ingeval een wijziging zogenoemde materieel terugwerkende kracht heeft. Hoe dient de wetgever met deze spanning om te gaan? Bij een wijziging in de wetgeving zouden geen 'gerechtvaardigde verwachtingen' van burgers mogen worden geschonden, maar wanneer is er eigenlijk sprake van 'gerechtvaardigde verwachtingen'? Belangrijke bevindingen van het onderzoek zijn dat de overgangsrechtelijke beginselen van onmiddellijke werking en van het verbod van terugwerkende kracht zijn te zien als .voorrangsbeginselen., en dat .de methode van de omstandighedencatalogus. het meest geschikt is om het concept .gerechtvaardigde verwachtingen. te benaderen. Op basis van analyse van overgangswetgeving, parlementaire geschiedenis, wetgevingsadvisering door de Raad van State, jurisprudentie en literatuur wordt aangegeven welke omstandigheden de wetgever bij fiscale overgangsrechtsvorming in aanmerking zou moeten nemen. «