Jonathan Vanderbilt heeft de leiding over de rechercheafdelingen in de Canadese provincies Alberta en British Colombia. Op maandagmorgen 17 maart, de dag dat hij zijn vermoorde vrouw Esther had moeten begraven, wordt hij geconfronteerd met een lugubere vondst: een aan een grote boomstam opgehangen lynx. Uit de bek van de lynx steekt een dode slang. En in de bek van de slang zit een plaatje met een naam erop gegraveerd: Esther. Hiermee begint een spannende thriller, waarbij een wraakzuchtige onbekende - de Aquarellist genoemd - door tal van misdaden aanstuurt op een directe confrontatie met Jonanthan. Hij blijkt Jonathan door en door te kennen en maakt gebruik van de meest pijnlijke momenten uit zijn leven. De jacht op de boosdoener loopt uit op een kat-en-muisspel, waarin de Aquarellist zijn achtervolger steeds een stap voor is. Tot uiteindelijk de confrontatie volgt.
In het boek gaat Jonathan nog een andere strijd aan: met zichzelf. In hemzelf huist namelijk ook een wraakzuchtig beest, dat aan banden gelegd moet worden…
Jacques van de Baan onthoudt zich in zijn thrillers van grof taalgebruik en smeuïge seksverhalen. Kennelijk heeft hij die niet nodig om een prachtige thriller te schrijven, waar je nekharen van overeind gaan staan. Dat siert hem. Veel professionele (?) auteurs zouden daar een voorbeeld aan kunnen nemen.

Waardering : 8,5 / 10
Recensent : Arie de Ruiter (www.boekarie.nl)