Book
In dit proefschrift staat de implementatie van EU-recht door de nationale wetgever centraal. Zelfs na vijftig jaar lidmaatschap van de Europese Gemeenschappen heeft EU-implementatieregelgeving nog geen verankerde positie in de nationale rechtsorde. Tot op zekere hoogte is er zelfs sprake van een hardnekkig probleem. De belangrijkste oorzaak daarvoor is, zo wordt in dit boek betoogd, dat deze positie nooit in algemene zin en ten gronde onderbouwd is. In plaats daarvan is er op ad hoc basis en soms zelfs op een ambivalente manier omgesprongen met het onderwerp. Enerzijds is het uitgangspunt dat de vaststelling van implementatieregelgeving op dezelfde wijze wordt behandeld als de totstandkoming van eigen, ‘autonome’ regelgeving. Aan de andere kant wordt daar steeds vaker en steeds ingrijpender op ad hoc basis van afgeweken. De vaststelling van implementatieregelgeving is ook van politiek belang; zeker voor een land als Nederland dat een jarenlange reputatie heeft als voorstander van het Europese integratieproces.De auteur pleit voor een fundamentele herbezinning op de positie van implementatieregelgeving in de nationale rechtsorde vanuit de onderkenning van het geheel eigen karakter daarvan. In dat kader worden de mogelijkheid van een vereenvoudigde wetsprocedure en de algemene machtigingswet onderzocht. «
Boeklezers.nl is a network for social reading. We help readers discover new books and authors, and bring readers in contact with each other and with writers. Read more ».
There are no reviews for this book yet.