Het titelgedicht <strong>Nerf en flanken</strong> is typerend voor de poëzie van Chawwa Wijnberg. Vol passie bezingt ze de liefde, zoekt ze naar passende woorde... » 

Het titelgedicht Nerf en flanken is typerend voor de poëzie van Chawwa Wijnberg. Vol passie bezingt ze de liefde, zoekt ze naar passende woorden, stuit ze op de grenzen van de taal en kiest ze vervolgens voor een metafoor die beeld en sfeer puntgaaf beschrijft.

Naast pure lyriek is er echter ook ruimte voor juist die onderwerpen die slechts zeer zelden in de poëzie terechtkomen zoals het koken voor de ander of de liefde voor een kleinkind. Dat kan in heldere, niets verhullende taal maar ook met schurende of verrassende woorden.

In gedichten zoals Onderduik en Mam geeft Chawwa Wijnberg op ingetogen en misschien daardoor juist uiterst pijnlijke wijze vorm aan de eeuwigdurende oorlog die haar ten deel viel. Het is het toen en nu waar ze steeds weer op reageren moet. Soms met compassie. Soms ook vol woede. Liever zou ze in een wereld leven zoals die van Aardbeientaal of Appel. Het zijn gedichten vol verfijnde observatie en humor. En liefde, altijd weer de liefde.

In de gedichtenreeks voor Boaz weet Chawwa Wijnberg de wereld van het kind en die van de grootmoeder tot een geheel te smeden. Eigenlijk is ze beide in deze bundel, die je gerust een ode aan het leven mag noemen.

'In haar nieuwe poëziebundel Nerf en Flanken bewijst ze wederom met mooie metaforen de grenzen van taal te kunnen doorbreken. De ingetogen manier waarop zij uiting geeft aan pijn toont Wijnbergs weerbaarheid. Melodrama past haar niet. In Nerf en Flanken bezingt ze vol passie de liefde onder meer in de vorm van koken voor de ander. De gedichten voor haar kleinkind Boaz zullen voor menige grootmoeder vertederende herkenning oproepen en getuigen bovendien van verfijnde observatie en een subtiel gevoel voor humor. Zij streeft naar muzikaliteit en dus optimale ritmiek. Ook de vormgeving staat hoog in haar vaandel. Het is immers de dichter die bepaalt hoe de zinnen op papier komen, ofwel die de uiterlijke verschijningsvorm componeert.' - Provinciale Zeeuwse Courant «