Het belang van het Schilder-boeck van de schilder en rederijker Karel van Mander valt nauwelijks te overschatten. Met de verschijning ervan in 1604 begint de ge... » 

Het belang van het Schilder-boeck van de schilder en rederijker Karel van Mander valt nauwelijks te overschatten. Met de verschijning ervan in 1604 begint de geschiedschrijving van de schilderkunst in de Lage Landen. Vele details over het leven van kunstenaars als Jan van Eyck, Rogier van der Weyden en Hendrick Goltzius kennen we uitsluitend dankzij Van Manders magnum opus. Maar het Schilder-boeck biedt nog veel meer dan een serie levensbeschrijvingen van schilders, van de oudheid tot de vroegmoderne tijd. Het presenteert en demonstreert de grondslagen van het schilderen in een ontwikkelingsgeschiedenis van een steeds meer ontluikend vakgebied, aan de vooravond van de Hollandse Gouden Eeuw. Met deze bloemlezing wordt voor het eerst aan al die aspecten van Van Manders werk recht gedaan. Zijn Schilder-boeck heeft onze kijk op de kunstgeschiedenis van de Nederlanden bepaald. Dankzij inleider en samensteller Saskia Cohen-Willner is er nu een uitgave die dat in al zijn omvang laat zien. Een standaardwerk van de Nederlandse kunstgeschiedenis. «