Book
Zekerheidsrechten met een 'generaal' of 'allesomvattend' karakter zijn van alle tijden. Vanaf de Romeinse tijden kan een schuldenaar vrijwel al zijn bestaande en zelfs toekomstige goederen verpanden. De huidige bancaire praktijk vormt hierop geen uitzondering. Een bank zal in de regel streven naar maximale zekerheid en kan dat resultaat naar huidig Nederlands recht bereiken. Aldus kan de bank zich op nagenoeg alle roerende zaken en vorderingen van de schuldenaar verhalen met voorrang boven andere schuldeisers. Vanwege dit 'generale' of 'allesomvattende' karakter van de zekerheid van de bank bestaan in de hedendaagse literatuur zorgen over de positie van overige schuldeisers en andere belanghebbenden. Dit roept de vraag op of en zo ja, welke bescherming zij verdienen. Verschillende manieren om de positie van deze belanghebbenden te beschermen tegen generale zekerheid worden in de hedendaagse literatuur bepleit. Tot op heden ontbrak een fundamentele studie naar de aard en werking van generale zekerheidsrechten. Deze dissertatie voorziet hierin. Het onderzoek van Van Hoof bevindt zich op het snijvlak van de rechtsgeschiedenis en het moderne recht. Aan de hand van de historische ontwikkeling van generale zekerheidsrechten analyseert hij de wijze waarop wetgevers en rechters door de tijd heen belanghebbenden tegen generale zekerheidsrechten hebben beschermd. Hij legt hiermee de wortels van onze huidige zekerheidsrechten bloot en biedt fundamentele beschouwingen over de aard en werking van (generale) zekerheidsrechten in het verleden, heden en toekomst. «
Boeklezers.nl is a network for social reading. We help readers discover new books and authors, and bring readers in contact with each other and with writers. Read more ».
There are no reviews for this book yet.