Anni Swan schept in haar romantische sprookjes een kleurrijke wonerschone soms beangstigende wereld, bevolkt door trollen, waterduivels, bosgoden, zeemeerminnen... » 

Anni Swan schept in haar romantische sprookjes een kleurrijke wonerschone soms beangstigende wereld, bevolkt door trollen, waterduivels, bosgoden, zeemeerminnen, bosvijvernimfen, brandnetelheksen, ijsjonkvrouwen met een bevroren hart en allerlei andere toverwezens. De verschillende werelden van mensen en toverwezens, soms onverzoenlijk tegenover elkaar staand, kunnen verbonden worden door banden van liefde en zich verzoenen. Vaak is er sprake van afdaling in een andere wereld - een ijsjonkvrouw drijft op een ijsschots uit het hoge noorden omlaag naar de mensen in het zuiden, een engeltje uit de hemel wordt op aarde in een kind als ziel geboren, een meisje belandt in de onderaardse wereld der trollen, enz. In veel sprookjes is de eenzaamheid van de noordelijke natuur voelbaar. Duistere wouden en diepe zeeën lokken de mensen naar zich toe. «