Humphrey van Weyden is literatuurcriticus. Hij leidt een rustig en goed leven tussen zijn boeken en collega’s. Tijdens een pleziertochtje in de baai van San Francisco steekt er een mist op. Een noodlottige aanvaring, geschreeuw en paniek. Humphrey slaat overboord en wordt pas vele uren later op volle zee, verkleumd en op sterven na dood aan boord gehesen door een schoener. De kapitein van dat schip, de Ghost, is gewetenloos, maar een zeer intelligent, overtuigd en doortastend man. Humphrey is tegelijkertijd doodsbang en gefascineerd door hem, Wolf Larsen. Met geweld lijft Larsen Humphrey in in zijn bemanning. De Ghost gaat op robbenjacht aan het andere eind van de oceaan. Als alles uitzichtloos lijkt zien ze een paar schipbreukelingen ronddobberen op zee. Een van hen is... een vrouw.
Een grootse roman over zeevaart, de menselijke geest die strijdt tegen de krachten van materie en elementen, maar bovenal over botsende karakters en de herontdekking van liefde.