Informatie speelt een cruciale rol als brandstof voor het rechercheproces. Steeds vaker echter zijn voor de opsporing relevante gegevens voorhanden bij bedrijve... » 

Informatie speelt een cruciale rol als brandstof voor het rechercheproces. Steeds vaker echter zijn voor de opsporing relevante gegevens voorhanden bij bedrijven of instellingen, zoals camerabeelden of financiële informatie. Enerzijds is het noodzakelijk dat opsporingsinstanties die gegevens zo nodig kunnen verkrijgen, maar anderzijds dienen de belangen van de gegevenshouders te worden beschermd. De Wet bevoegdheden vorderen gegevens (Wbvg) beoogt het juridische kader te scheppen dat aan beide eisen voldoet. In deze wet, die in 2006 van kracht werd, zijn de nodige waarborgen ingebouwd, die zwaarder zijn naarmate de gevoeligheid van de gegevens, en de belasting voor de gegevenshouders, toenemen. Vanzelfsprekend is het zinvol om het functioneren van een wet waarin dergelijke bevoegdheden worden geregeld - sommige rechtswetenschappers spraken zelfs van een muisstille revolutie in het strafrecht - zorgvuldig tegen het licht te houden.

Dit boek vormt de weerslag van een evaluatie van de Wbvg, zowel vanuit het perspectief van de opsporingsinstanties die gegevens vorderen, als vanuit het gezichtspunt van de bedrijven en instellingen die informatie dienen aan te leveren. Ook de totstandkoming van de Wbvg, en de juridische en inhoudelijke aspecten van de wet, worden gedetailleerd beschreven. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Justitie. «